Leenwoorden over the top

Go Dutch! Geen positief begrip helaas. Maar ik bedoel het letterlijk. Want het Engels rukt meer en meer op in onze taal. Ook in tijdschriften, of moet ik zeggen magazines, viert het verschijnsel hoogtij. Engelse leenwoorden-b5Zo lees ik op een willekeurige pagina in een willekeurig blad over inspiring beauty die meteen een wow-reactie oproept. Ook staat er informatie over een super cool mega-event. Save the date, is het welgemeende advies. Op de cover wordt bovendien een Black & White special aangekondigd, inclusief DIY tips.

Hoeveel Engelse woorden tel je in deze eerste alinea?

 

Engels is hot

Mocht je denken dat dit bovenstaande allemaal uit de hand gelopen redactiejargon is, dan moet ik je uit de droom helpen. Ook buiten de uitgeverswereld, in het ‘gewone’ leven (real life), klinkt meer en meer Engels. Dit gesprek tussen twee jonge meiden ving ik op in de kleedkamer van de sportschool.

  • Check dit!
  • Hij is zó cute.
  • F*** hé, dat ‘ie al een vriendin heeft.
  • Oh my god. Zeg dat ‘ie ‘r dumpt!
  • Doe ff normaal. No way!

 

Onder de indruk van dit kernachtige gesprek schiet ik in mijn trainers, ik pak mijn workout-schema en begin maar eens met een sessie aan de latpully.

 

Taal in ontwikkeling

Natuurlijk, taal leeft. Dit waait weer over. Of niet. Ooit was het Frans zo hot als nu het Engels is en daar kun je toch niet meer mee aankomen, of wel?

 

  • Parbleu? Dat is toch affreus!
  • Echt abominabel.
  • Ik had het je wel gezegd! Et voilà…
  • Tant pis, we zullen zien.
  • Allez, we gaan.

 

Toch is veel van dat Frans gebleven. Zo loop ik nog altijd bepakt met portemonnee en paraplu over het trottoir. En de croissant bleek ook een blijvertje. Gelukkig…

leenwoorden-b5

Lekkere leenwoorden

Soms burgert een Engelse term logischerwijze in. Neem nou e-mailen. Dat bekt beter dan elektronisch schrijven.

Soms is het hip (cool dus, of juist hot). ‘Holland’s got talent’ levert vermoedelijk hogere kijkcijfers op dan een programma met de titel ‘Nederland heeft talent’.

Soms is het een stijlkeuze. Mijn broer is een nerd, daar heeft iedereen meteen een beeld bij. Je kunt je dan bovendien een omschrijving besparen als: ‘Een onhandige, enigszins saaie jongen, die niet zozeer van sport houdt als wel geïnteresseerd is in zijn schoolvakken, computers enz.’ [Van Dale].

Soms is het doorgeschoten marketing. ‘Cappuccino bar & live lobsters, all you can eat’. Ik heb het vage gevoel dat ik daar heel vieze koffie ga krijgen. Gevalletje de plank mis, wat mij betreft. Maar waarschijnlijk behoor ik niet tot de doelgroep.

Soms is het gewoonte. In het bedrijfsleven struikel je over de termen als business goals, win-win situaties, targets en commitment.

 

Asfaltzeilen met je airbag

Stiekem ben ik een taalpurist. Een zeer gematigde hoor, geen extremistische, want taalontwikkeling boeit me mateloos. Maar… dat Engels kan wel wat minder, vind ik. Smijt er niet lukraak mee, maar doseer het een beetje. Gebruik Engels als het wat toevoegt, inhoudelijk of stilistisch. Bijvoorbeeld omdat die mooie compacte taal een term rijk is die wij nooit hebben uitgevonden. Neem nou een babyfoon. Of een airbag. Lekker to the point.

Soms hebben we voor een Engelse term trouwens een Nederlandse variant waarvan we het bestaan niet eens vermoedden. Aquaplanen is er zo één. Het Nederlandse alternatief is asfaltzeilen. Ik vind ‘m leuk!

 

Managerpraat

Jaren geleden, als werkstudente bij een computerbedrijf, smoorde ik bijna van het lachen toen de directeur een vurig betoog hield over ‘gouden opportunities voor de company’ (uiteraard uitgesproken als kumpenie). En als die man nou een Amerikaan of Engelsman was geweest, maar nee, hij kwam gewoon uit Amersfoort. En dat maakte zijn beroerd uitgesproken Engelsachtige taaltje tamelijk lachwekkend. Een effect dat hij waarschijnlijk niet beoogde.

 

Dus als ik een taaltip mag geven: Engels als het verrijkt, als het iets toevoegt. Met open ogen voor de mooie woorden in je moerstaal. (Al is niets wat het lijkt: die ‘oerhollandse’ tulp komt ook van ver…)

Engels in onze taal - b5